|
||||||||
Ross Couper is een van Shetland afkomstige Schotse fiddler uit Glasgow die al meer dan 25 jaar excelleert op zijn favoriete strijkinstrument. Hij is een permanent lid van de Schotse dansformatie ‘Peatbog Faeries’ en speelt mee in het folkduo ‘Ross & Tom’ met gitarist en fluitspeler Tom Oakes. Het deze maand op de markt gebrachte album “And Den Dey Made Tae” is een samenwerking met zijn broer Ryan Couper die op akoestische gitaar meespeelt. Ook hun zus Mariann speelt op piano mee op één nummer, de albumafsluiter “Da Foula Reel” dat de broers voor haar hebben gespeeld in de kerk op haar trouwdag. Er staat ook een nummer van Billy Joel op deze plaat met de song “And So It Goes”, een liedje uit zijn album “Storm Front” van 1989. Die song werd nadien ook nog gecoverd door o.a. ‘The King’s Singers’ in 1993, Sara Gazarek in 2007 en Tommy Emmanuel in 2006 wiens versie als inspiratiebron diende voor Ross & Ryan Couper. Het idee om samen een plaat op te nemen ontstond eigenlijk tijdens de quarantaine in de periode van de eerste coronacrisis waardoor ze in hun bubbel meer dan genoeg tijd hadden om aan de nummers op het album te werken en ze live op te nemen in hun tot studio omgevormde woonkamer. Heel wat van de dertien volledig instrumentale tracks op deze plaat zijn blends en samenvoegingen van eigen composities met allerlei traditionele folkliedjes uit de Shetlands die de broers tijdens hun leven hebben aangeleerd. Ryan schreef zelf het nummer “Sandy” voor zijn zoontje Sandy Couper en het liedje “Jessi” voor zijn dochter Jessi Couper, terwijl Ross de song “Cara’s” componeerde voor zijn vriendin Cara Sandison. Hij schreef eveneens het van de track “The Waltzes” deel uitmakende stukje “William Couper Allan Of Lower Fea” voor het zoontje van hun zus Mariann. Ook de ouders van de twee broers deden hun duit in het zakje want hun moeder Margaret Robertson schreef het deuntje “Shaela” dat deel uitmaakt van het nummer “The Dance” en hun vader Alex Couper componeerde het stukje “Da Sixty Fathom Reel” dat een onderdeel is van de track “The Lucky Child”. Dat het geluid van de fiddle van Ross in de meeste nummers domineert is haast vanzelfsprekend en de begeleiding door Ryan op akoestische gitaar is telkens weer een mooie muzikale aanvulling. De titel van het album is een verwijzing naar het gezegde dat de Shetlanders bij elke gelegenheid thee plegen te drinken op elk moment van de dag. Tijdens het beluisteren van deze warme familieplaat kan er wellicht weer een goed gevuld potje thee geledigd worden ten huize van de Coupers. (valsam)
|
||||||||
|
||||||||